24 maart 2010

Heren. [14]


'Ik lees je altijd,' zei de sprankelende dame, en ze gooide haar blonde haar naar achteren. Er danste een golfje witte wijn over de rand van haar glas, dat met een plensje op het grind belandde, naast zijn schoen. Ze merkte het niet.
De marginaal filosoof zag zijn reflectie in de ruit achter haar. Ooit was hij een knappe verschijning. Bedachtzaam streek hij het onhandelbare grijze haar rond zijn oren plat.

Ergens in de tuin liep een auteur rond wiens boekpublicatie vanavond gevierd werd, maar een feest is een feest, dacht hij. De meesten leken hier te zijn om het er eens flink van te nemen, zoals men op een zomerse dag zijn handdoek uitrolt en gaat zonnen. Op een hoek van het terras werd gebarbecued.

Een jongen in pak kwam half bij hen staan. De filosoof keek vluchtig zijn kant op en leunde naar de sprankelende dame toe, die hem geamuseerd aankeek.
'Ze gaan een boek van me uitgeven,' zei hij zacht.
Ze lachte een paar verrukkelijke tanden bloot. 'Dat méén je.'
De jongen draaide zich om en liep weg.

Vanuit zijn nieuwe houding zag hij door twee ramen heen hoe de afvallige legerleider zijn bootvarende vriendin uit een taxi hielp, gevolgd door zijn moeder en de stijve rechercheur.
Hij wendde zijn blik af en keek de blonde dame weer aan. 'Jij nog wat drinken?' zei hij.

Even later stonden de stijve rechercheur en hij tegenover elkaar aan de zijkant van het terras. De man drukte met gespreide handen iets denkbeeldigs naar beneden. 'Het spijt me dat ik u stoor bij deze festiviteit. Ik hoop dat ik u niet ontrief.' Zijn manier van praten paste eigenlijk beter bij de jonge jongens van de uitgeverij.
'Er is vandaag een doorbraak bereikt in het onderzoek. Nu hebben wij ten burele een ja, hoe zal ik het zeggen, een stoutmoedig plan opgevat.' Hij keek de filosoof stralend aan terwijl die zijn glas leegdronk. 'Voor de draad ermee,' hoorde hij zichzelf zeggen.

'Wij zouden u willen verzoeken om uw medewerking. Undercover,' sprak de rechercheur hees. 'Er wordt middels een kleine operatie een chip geïmplanteerd in uw glabella.'
De filosoof keek hem glazig aan.
'De glabella is het gebied tussen de wenkbrauwen. Van het derde oog, zogezegd. De chip omhelst een microcamera.'
'Omhelst?'
'Bevat. Vormt. Is.'
De rechercheur keek hem verontschuldigend aan. 'We kunnen de details later bespreken. Ik wilde dit alleen bij u neerleggen.' Hij reikte in zijn binnenzak en presenteerde de filosoof een doos sigaren. 'Weet u iets van een manuscript waar het slachtoffer aan werkte?'

Tussen de opengeslagen tuindeuren zag hij Bregje dansen met een lange uitgeversjongen in een strak grijs pak. Voor hen stonden Martha en de generaal geanimeerd te praten met de gevierde schrijver.

Hij nam een sigaar en stak op.
'Nee,' zei hij. 'Niet. Ook al zou ik er dingen uit hebben geleend. Is het weg?'
'Wij hebben het niet gevonden.'
De zon zakte fonkelend achter het gebouw aan de overkant.
'U nog wat drinken?' zei hij.

2 opmerkingen:

 
Creative Commons License
Op dit werk is een Creative Commons Licentie van toepassing.