27 mei 2010

Walvisbeen


Een klein schrijftafelonderzoek naar aanleiding van een gevelsteen: Het Walvis Been Is Nu Steen (pakhuis Haarlemmer Houttuinen).

DBNL, De Uithangteekens, Jan ter Gouw en Jacob van Lennep: 't Was in de 16de eeuw, wellicht reeds vroeger, althans ook later nog, gebruikelijk, een walvischbeen, rib of kaak, met ijzeren kettingen ten toon te hangen aan stadhuizen, kasteelen, torens en andere groote gebouwen.

www.scholieren.com, spreekbeurt aardrijkskunde:
De Inuït woonden in hutten van turf en steen met een dak van walvisbeen.

www.collectieutrecht.nl: Aan het gebouw hangt als 'uithangbord' een walviskaak, iets wat vaker bij rechthuizen voorkomt. Op het schilderij van het oude Amsterdamse stadhuis door Pieter Saenredam is ook zo'n walviskaak te zien, precies boven de 'Vierschaar', waar recht gesproken werd. De betekenis is niet zeker, maar het zou kunnen dat het kaakbot een verwijzing is naar de plek waar misdadigers te schande werden gezet: De kaak. Hier werden dus wetsovertreders 'aan de kaak gesteld'.

jankloosterman.web-log.nl
Bij de rechtspraak in Burum moest de rechter gaan zitten op een grote flint (een zwerfsteen) en onder de kaak rechtspreken. Die kaak is vermoedelijk een walviskaak geweest en het spreekwoord aan de kaak stellen komt hier vandaan.

http://forum.grasscity.com/spirituality-philosophy/230934-whale-symbolism.html: The belly of the whale is often used to represent Hell, and the whale's jaws as Hell's gates.

www.glenbow.org/thule: Like jawbones, skulls were also important construction elements, but for different reasons. They seem to have been used to span the entrance passages of Thule houses, suggesting that their usage in Thule architecture may have been more symbolic than structural.
...
The unique architecture of Thule whalebone houses has led some archaeologists to speculate that they may have served as metaphors for living whales. The idea that “houses” stood for “whales” in Thule society is present in myths that are widespread throughout the Canadian Arctic. The fact that these stories are so well known among Inuit suggests that they are very old – perhaps dating back to Thule times.

www.franks-casket.de: There is evidence for about 200 cases of whale bones hung in European churches, castles, and town halls - many of them now lost - which can be interpreted as "hierozoika", a Greek word designating items from the animal world hallowed by being mentioned in the bible. These bones mostly originated from stranded whales (a few from prehistoric, fewer still from large exotic animals), they were often interpreted as bones of the biblical giant Goliath or of Leviathan, and were sometimes traded long distances to be found hundreds of kilometers from the sea. Whale bones as "hierozoika" sanctioned political power of the church, feudal lords or municipal governments, and they were welcome diplomatic gifts between these institutions. In the country, landowners sometimes set up the paired jawbones of stranded baleen whales as arches in their gardens.

http://news.sky.com/skynews/Home/Strange-News/Two-Irish-Villages-Row-Over-Who-Owns-50-Tonne-Whale-Carcass/:
The whale was found in Courtmacsherry Bay last Thursday but died despite frantic attempts to save her.

Courtmacsherry have proposed preserving the jawbones and mounting them as a memorial in the town hall.

http://www.zaanstad.nl/repositories/pdfs/wlw/moncie_14september2006:
• Geadviseerd is de opgegraven walviskaak aan een gevel in het nieuwe stadhuis op te hangen.

23 mei 2010

Heren. [21]


Café-restaurant De Walvisch hanteerde een zogeheten schuivende sluitingstijd, wat erop neerkwam dat de uitbater de zaak om één uur op slot kon gooien, maar dat iedereen die op dat moment binnen was daar kon blijven totdat het personeel het welletjes vond en de plakkers door de achterdeur eruit bonjourde. Die nacht waren op dat moment de straten allang uitgestorven en klonken in de verte drie ijle klokslagen.

Fred en Wim waren knetterend op hun brommertjes vertrokken, en de filosoof herinnerde zich nog dat hij en de zijnen één voor één onvast van de kade in de boot waren gestapt en licht zwalkend waren weggevaren. De frisheid van de lentenacht had ze goed gedaan. De legerleider had een arm om kapitein Bregje geslagen en zat lustig aan zijn sigaar te trekken terwijl zij probeerde te sturen. Vijf mensen waren feitelijk iets te zwaar voor het motortje, en maakten de boot al moeilijk bestuurbaar als je nuchter was.

Ze hadden makkelijk met z'n allen kunnen vergaan, midden in de stad, maar op een of andere manier bereikten ze veilig hun plaats van bestemming en hun bed. Fred en Wim ook, en toen de marginaal filosoof op z'n kamer lag te snurken, droomde hij hoe hij door het raam naar buiten zweefde, over de stad naar hun huis, plaatsnam in de vensterbank en bij het ochtendgloren toekeek hoe ze daar met hun snoeten lagen te trekken, ieder in een eigen bed aan weerskanten van de kamer.

Hij had daar een tijdje stilletjes gezeten, vertederd, terwijl de ochtendwind in zijn nek woei. In ieder mens, jong of oud, was een kind te bespeuren. Met één hand had hij zich vastgehouden aan de sponning terwijl hij opstond in het raamkozijn met zijn bovenlijf naar buiten en zich o zo langzaam achterover liet vallen. De verdiepingen suisden voor hem omhoog; hij sloot zijn ogen en plofte achterwaarts in zijn dikke, donzen kussen. "Dikke donzen dood, more like it," dacht hij, en draaide zich om.

De volgende ochtend had hij direct belet gevraagd bij de stijve rechercheur, niet in de kelder onder De Walvisch maar gewoon op het bureau aan de drukke straat met de tram. Een jong agentje bracht hem via een galmend trapportaal naar de vierde verdieping. De rechercheur zat met iets losgetrokken dienststropdas op het blad van zijn bureau. Hij schopte zijn benen druk heen en weer. De veters van zijn Clarks wapperden telkens op, als kleine hondenoortjes.
"De firma Morgendau & Versande," doceerde hij, "houdt er onoirbare praktijken op na. Zaken die het daglicht niet verdragen."

Hij greep achter zich naar een fotolijstje. De filosoof ving een glimp op van een gezin in een tuin. "Bij ons thuis hebben ze de ketel gerepareerd. Dat wil zeggen, zodanig 'gerepareerd' dat ze zowat om de maand terug moesten komen. Dan was de brander weer stuk, dan de thermostaat. Beunhazen zijn het."

De filosoof knipperde met zijn ogen. In zijn schedel klikte de camera, die daar altijd moest blijven zitten. Even stond het beeld van de stijve rechercheur stil, toen bungelden de korte onderbeentjes verder.
"Dus u hebt mij op het pad gestuurd van twee amateuristische werklieden, die bij u de boel versjteerd hebben?"
De rechercheur keek hem ernstig-vertrouwelijk aan.
"Grondig versjteerd," zei hij.
"Ik dacht dat dit om een zaak van de binnenlandse veiligheid ging," riep hij uit.
Achter hem ging de deur open. Het jonge agentje hield een gelige map omhoog. De rechercheur knikte.
"Dat is ook zo," zei hij. "Dit was een testcase. Het echte werk komt er aan." Hij zette het fotolijstje terug.

De marginaal filosoof besefte dat hij hem bewonderde om zijn stijl. "Hij formuleert stijfjes, maar hij heeft wel flair," dacht hij.
 
Creative Commons License
Op dit werk is een Creative Commons Licentie van toepassing.