20 april 2010

Heren. [20]


"Kijk," zei de marginaal filosoof, "alles wat we zien is een reflectie van het licht. Daarom weet je nooit zeker of wat je ziet er ook echt is." Hij zat aan een tafeltje met Fred en Wim, de twee figuren van wie de stijve rechercheur even tevoren een portret had laten zien. Ze hadden ieder een glaasje jenever voor zich staan op een bierviltje en overdachten wat de filosoof zei.
"Maar je ken het toch ook voelen," zei Fred, die met het gouden brilletje. Zijn dunne haar was strak achterovergekamd en glansde van de pommade.

"Dat is waar," zei de filosoof, "en als je een glanzend oppervlak ziet en het voelt glad aan, voldoet dat aan je verwachtingen. Maar heeft iemand die blind geboren is hetzelfde beeld bij een glad oppervlak als ziende mensen? Waarschijnlijk niet. Je kunt nooit met zekerheid zeggen dat iets er echt is, en dat anderen het net zo zien als jij. Neem iemand die lichtelijk kleurenblind is. Hij zal het niet met je eens zijn dat dat overhemd van jou bruin is. En ergens heeft hij gelijk, want het is maar een afspraak dat we die kleur bruin noemen. En hoe kan ik zeker weten dat ik dat bruin net zo zie als jij?" Hij keek naar Wim. "Jaha, jongen," zei Fred tegen Wim.
"Dat kan je niet," beaamde Wim.

De filosoof knikte. "Maar nou het volgende. Als iets dus alleen bestaat bij de gratie van het feit dat iemand het ziet, zou er dan wel iets bestaan als er geen mensen op aarde waren?"
Daar werden ze een beetje stil van. Achterdochtig keken ze de filosoof aan, die langs hen uit het raam staarde. Verderop aan een tafel zat de rest van het gezelschap. De legerleider was aan het woord en de anderen schoten om de zoveel tijd in de lach.

"Of stel nou," ging hij verder, "dat jij de laatste persoon op aarde was." Hij keek Fred indringend aan, die wat verlegen lachte, alsof hij als vrijwilliger werd gekozen uit een zaal vol publiek. "Als je met niemand kon delen wat je zag, zou het dan wel even echt bestaan als met zes miljard mensen om je heen?"

Ze dronken zwijgend hun glaasjes leeg. Dit hakte erin, je zag het aan ze.

"En als dat zo is, stel je dan het volgende eens voor." De filosoof pauzeerde even en keek op naar Bregje, die langs hen naar het toilet liep. Ze wisselde een terloopse blik met hem uit.
"Je loopt midden in de nacht in de stad. De straten zijn leeg. Dan kom je opeens een gek tegen, met wie je in een verward gesprek raakt. Hij zegt de onsamenhangendste dingen. En jullie lijken de enige twee mensen in de hele stad te zijn. Wiens waarheid is er op dat moment nou geldiger, de jouwe of de zijne?"
Ze staarden hem aan. Hij staarde triomfantelijk terug en leunde achterover.

Buiten ging de zon onder, al wist je dat natuurlijk nooit zeker.

4 opmerkingen:

  1. 'Als iets dus alleen bestaat bij de gratie van het feit dat iemand het ziet, zou er dan wel iets bestaan als er geen mensen op aarde waren.'
    Die filosoof gaat wel efkens erg kort door de bocht. Je zult maar blind zijn, besta je zelf dan wel?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hmm...
    Jijzelf wel, maar je omgeving minder. Als je blind wordt, zal de buitenwereld een tijdlang in mindere mate bestaan, totdat je andere zintuigen zijn aangescherpt. Het hangt ervan af in welke mate de wereld objectief bestaat en in welke mate subjectief. Daar zal iedereen zo z'n beeld bij hebben. Wie exact-wetenschappelijk ingesteld is, zal zeggen: Alles is objectief. De filosoof wil mensen uit hun tent lokken en zeggen: Wat nou als het anders is, als we uitgaan van de subjectiviteit?
    Heeft het zin om te bestaan als je niet waargenomen wordt? Zo nee, dan besta je 'minder' als je niet 'zichtbaar' bent. Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd, op die manier.
    Maar het begint natuurlijk allemaal met definities. Wat is zinvolheid, wat is bestaan?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Je bedoelt misschien: dat het beleven van de werkelijkheid, het 'bestaan', meer te maken heeft met de interpretatie van die werkelijkheid i.p.v. de vraag of die werkelijkheid er is?
    De redenering doortrekkend: iedere waarheid is subjectief, en omdat die subjectief is, bestaat er ook geen werkelijkheid, al is die er wel.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Eigenlijk moeten we natuurlijk onderscheid maken tussen het bestaan (de mensen) en de werkelijkheid (de stenen). Het bestaan gaat uit van ons, de waarnemers, en is dus per definitie subjectief. De werkelijkheid is er, ook als de mens er niet is, maar zou in dat geval zinloos zijn, want dient louter als decor voor ons bestaan.
    Dus inderdaad (denk ik).

    BeantwoordenVerwijderen

 
Creative Commons License
Op dit werk is een Creative Commons Licentie van toepassing.