2 april 2010

Heren. [16]


De afvallige legerleider zat te mokken in bad in het grote, galmende herenhuis.
Hij had hooglopende ruzie gekregen met de filosoof; waarover wisten ze geen van beiden meer precies, maar het had te maken gehad met de operatie, het geheimzinnige gedoe, de onduidelijkheid van de rechercheur over de bedoeling van het geïnstalleerde cameraatje en het hooghartige gedrag van de autoriteiten 'in zijn algemeenheid', zoals hij had geschreven in een brief op hoge poten aan de korpschef.

De filosoof vond het op zijn beurt belachelijk dat de generaal zich bemoeide met zijn zaken en uit zijn naam een warrige brief had geschreven, waarin overigens tal van bijzaken werden aangeroerd die volgens hem niets met de kwestie hadden uit te staan.

Net had hij zichzelf tegen het advies van het ziekenhuis in een fikse bel whisky ingeschonken om tot rust te komen toen zijn moeder binnenkwam.
Ze staarde naar de kristallen tumbler en zei: 'Is het al avond?'
Verstoord keek hij op. 'Nee, maar mag ik…'
'O, gelukkig.' Ze plukte een haar van zijn vest. 'Ik heb een eetafspraak met Ernest.'

Ernest was een oudere heer met wie ze danste. Als ze bij hem was geweest, rook ze naar sigaren en zaten haar kleren wat scheef.
Eén keer miste ze een kous.

De filosoof glimlachte, draaide zich om naar het raam en filmde een meeuw die boven de gracht zwierde op de plek waar de Baardman bijna een week geleden gevonden was. Een schuit vol opgeviste fietswrakken voer voorbij.
Het regende zachtjes. Hij huiverde.
Toen hij zich omdraaide om bij te schenken, zag hij dat Martha verdwenen was.

Boven droogde de legerleider zich zorgvuldig af en liep met de handdoek om zijn middel geslagen naar de klerenkast in de slaapkamer, waar de filosoof ruimte had gemaakt voor zijn garderobe. Hij nam plaats voor een verweerde, manshoge spiegel met een oker gelakte gipsen lijst en trok al fluitend een blauw wollen pak aan met een dun krijtstreepje. De vouwen in de broek waren scherp. Het zat hem als gegoten. Hij stak zijn armen vooruit en trok de manchetten van zijn overhemd iets naar buiten.

Toen keerde hij zich om, zoals de filosoof had gedaan, stak zijn ellebogen naar opzij, nam plaats tussen Bregje en de sprankelende dame van de uitgeverij en gedrieën liepen zij proestend de gang op, richting de voordeur.

3 opmerkingen:

 
Creative Commons License
Op dit werk is een Creative Commons Licentie van toepassing.